Aanvankelijk doceerde Joop Vegter tekenen en grafiek aan onder andere de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht, waar hij de grafiekafdeling heeft opgezet. Vanaf 1987 wijdde hij zich full-time aan zijn grafisch werk. In het begin als etser, later met name aan de gecompliceerde en weinig meer toegepaste mezzotint-techniek, ook wel zwarte kunst genoemd. Deze 17de eeuwse grafische techniek heeft Joop Vegter gereconstrueerd, o.a. door met oude drukkers te praten. Hij schreef er een boek over.
Bij de mezzotint wordt eerst de hele koperplaat geruwd met een zogenoemd wiegijzer, een instrument met een waaiervormige, gekartelde kop die rijen putjes en braam op de koperplaat achterlaat. Op het min of meer ruwe oppervlak hecht de inkt. De plaat wordt geheel met inkt bekleed, vandaar de benaming zwarte kunst. Dan wordt bijvoorbeeld met rood krijt de tekening overgebracht op de plaat. Om een voorstelling aan te brengen worden sommige delen van de geruwde plaat met een schraapijzer (polijststaal) glad gemaakt. Op die plekken pakt de inkt niet meer evenredig en ontstaan dus bij de afdruk de lichte partijen. Door meer of minder te polijsten is het mogelijk om verschillende grijstonen, ofwel haltftonen, te bereiken, vandaar de naam mezzo (half) tint. Het een en ander is afhankelijk van de bekwaamheid van de graveur/kunstenaar. De techniek maakt vloeiende overgangen mogelijk tussen de verschillende grijstonen. Daardoor maken de afdrukken een fluwelige indruk.
Joop Vegter is geboren in 1931, overleden in 2017. Hij specialiseerde zich in: Mezzotint, aquarellen. Favoriete thema: stilleven. Opleiding: Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs te Amsterdam; Rijksinstituut tot Opleiding van Tekenleraren. Docent aan Academie voor Beeldende Vorming in Amersfoort. Lid van De Haagse Etsclub; Amersfoortse Kunstenaars Genootschap De Ploegh.
Kunstwerken