Een mooi voorbeeld van het typisch Haagse realisme uit de jaren vijftig en zestig is het werk van Annie Borst Pauwels (1913-1999). Ze kwam dan wel uit Haarlem, maar volgde haar opleiding de Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Leraren van haar waren bekende Hagenaars zoals Piet van Boxtel, Paul Citroen, Han van Dam, Ina Hooft, Henk Meijer, Willem Jacob Rozendaal en Willem Schrofer. Daarna studeerde ze nog aan de Académie de la Grande Chaumière in Parijs.
Borst Pauwels werkte snel. Er kwamen veel schilderijen, tekeningen, aquarellen en pastels uit haar handen. Dieren, bloemen en poppen waren haar favoriete onderwerpen. Haar specialiteit was het portretteren van kinderen. Ze was lid van schilderessenvereniging ODIS, de Haagse Kunstkring, Arti et Industriae, de Federatie Rotterdam[3], de Voorschotense Kunstkring en de Pulchri Studio.
De schilderes woonde de laatste 25 jaar van haar leven in het Hofje van Nieuwkoop aan de Haagse Prinsegracht. In één van de tuinvakken op de binnenplaats kweekte zij kruiden, die ze ruimhartig uitdeelde aan diegenen die ze nodig dachten te hebben voor de keuken of bestrijding van kwalen. Toen een deel van het hofje van 1979 tot januari 1981 was gekraakt legde zij het vrolijke anarchistische leven van haar jeugdige overburen liefdevol vast in pastel. Ze overleed in 1999 op 85-jarige leeftijd. Ze bleek haar werk te hebben nagelaten aan het hofje.
Kunstwerken